Thermovormen is een verzamelnaam voor meerdere technieken die gebruik maken van hitte om het materiaal vervormbaar te maken. De techniek wordt meestal toegepast op kunststoffen, maar kan ook gebruikt worden om glazen producten te vormen. Hierbij wordt het uitgangsmateriaal, plaat of folie, over een mal gelegd en verhit. Door de zwaartekracht zakt het materiaal over de mal en blijft het materiaal in deze vorm na afkoeling.
De meest gebruikte techniek is vacuümvormen. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van een plaat- of folievormig uitgangsmateriaal. Deze wordt verhit en over of in een mal getrokken door middel van een vacuüm. Bij dikke materialen wordt er ook wel gebruik gemaakt van overdruk aan de andere zijde van het materiaal of zelfs van een bovenstempel die het materiaal in de matrijs perst.
De matrijzen voor de deze techniek zijn relatief goedkoop en kunnen van minder hoogwaardige materialen worden gemaakt dan bijvoorbeeld matrijzen voor het spuitgieten of extruderen. Dit is voornamelijk door de veel lagere druk waarmee er gewerkt wordt. Door de lage druk en de vaak lagere viscositeit van het materiaal zal er een minder gedetaileerde afdruk van de matrijs op het product zichtbaar zijn. Matrijzen hoeven daarom minder nauwkeurig afgewerkt te worden.
Bijna elk product dat met vacuümvormen is vervaardigd, vergt nabewerking. Omdat het basismateriaal altijd groter moet zijn dan het product, i.v.m. opspannen en overgangen, zal dit naderhand verwijdert moeten worden. Lasersnijden, stansen en fresen zijn hiervoor veel gebruikte technieken.
Als materiaal zijn amorfe thermoplasten zeer geschikt voor deze techniek. Veel gebruikte kunststoffen zijn o.a. ABS, PVC, PMMA en PS. Enkele voorbeelden van producten zijn onder andere, koffiebekertjes, plantenbakjes, plastic bordjes en displays.